Pachysandra terminalis

Pachysandra terminalis draagt mooi, donkergroen blad en bloeit in april met kleine, witte, onopvallende bloemen. Als bodembedekker doet hij het goed onder bomen en struiken, waar hij redelijk snel een dicht tapijt vormt. De plant staat het liefst in de schaduw en is ook de beste standplaats voor het blad. In de zon verkleurt het blad naar geelgroen.

Pachysandra verzorgen

De Pachysandra terminalis ‘Green Sheen’ is een plant die weinig onderhoud vraagt. Het snoeien van de Pachysandra is voornamelijk nodig om te voorkomen dat de plant over de verharding of gazon groeit. De randen kunnen worden bijgeknipt met een heggenschaar.
Om een strak tapijt van Pachysandra te creëren kun je overwegen om de plant in het voorjaar (na de bloei) met een heggenschaar terug te knippen tot enkele centimeter boven de grond. De Pachysandra ontwikkeld hierdoor nieuwe jonge scheuten en deze zorgen er voor dat de bodemdekker wat compacter oogt.
Het snoeien van de Pachysandra is ook aan te raden als de plant lelijke bladeren krijgt of te hoog wordt. Je zult merken dat de planten na een snoeibeurt goed opknappen.
Om de groei van de Pachysandra te stimuleren, kun je de Pachysandra bemesten. Dit kan met koemestkorrels of siertuinbemesting.
Een fout die bij de verzorging van Pachysandra vaak wordt gemaakt, is dat mensen gaan schoffelen tussen de Pachysandra. Het schoffelen tussen de Pachysandra is af te raden omdat de plant ondergrondse uitlopers maakt. De ondergrondse uitlopers vormen nieuwe plantjes die je dus door het schoffelen kapot maakt. Een plantvak groeit hierdoor nauwelijks dicht.

Pachysandra combineren

Deze plant kan goed gecombineerd worden, bijvoorbeeld met schoenlappersplant, waldsteina ternata of met varens.