Hop

Als enige kruidachtige slingerplant die over andere struiken en bomen in onze struwelen en bossen groeit, herkennen we de Hop niet alleen aan de groen blijvende ruwe stengels, maar ook aan de meestal drielobbige, soms vijflobbig gespleten gezaagde bladeren en aan de hopbellen, de uitgegroeide vrouwelijke katjesachtige bloeiwijzen die in de zomer aan de Hop hangen.

Het andere geslacht uit de Hennepfamilie, Hennep of Cannabis, wordt eveneens gekweekt. Vroeger vooral om van de stengelvezels touw te maken en vanwege het zaad dat als vogelvoer diende. Tegenwoordig ook om de etherische stoffen die bij verbranding van de toppen vermengd in tabak aan de roker een bepaalde sensatie geven.